Opvoeding
De opvoeding van een pup
Een pup in huis is heerlijk en geniet vooral van de puppytijd. Voor je het weet is het voorbij. Ga er maar goed voor zitten. De pup zal – zeker de eerste weken – veel tijd en energie van je vragen. Want vergis je niet, hoe snoezig jouw Saarlooswolfhondenpupje er ook uitziet, het is een echte doorzetter. De pup zal soms veel vragen van je geduld.Saarlooswolfhonden hebben, net als hun voorvader de wolf, een onafhankelijk en eigenzinnig karakter. Daar moet je mee leren omgaan. Schreeuwen of mopperen op de pup, of nog erger… slaan, heeft geen enkele zin. Ook niet met een krant! Dat werkt alleen maar averechts. Sla je hond nooit, dus ook je pup niet! De pup snapt daar niets van en zal onzeker, angstig en nerveus worden. Bedenk dat een hond, ook een puppy, nooit iets doet om je dwars te zitten of je te ergeren. Dat zijn menselijke karaktertrekken. Een pup is gewoon nieuwsgierig en wil de wereld ontdekken met een onstuitbare energie. Hieronder een paar tips over opvoeding.
Consequent
Wat mag de pup en wat niet. Wel of niet op de bank? Wel of niet op bed? En dan consequent blijven. Dat valt nog niet mee. Onafhankelijk en eigenzinnig, hè! Maar dat vonden we toch zo leuk?
Bijtrem
Saarlooswolfhonden hebben een enorme kaakdruk. Gelukkig hebben ze ook een grote bijtrem die hen is aangeleerd door hun moedertje, broers en zussen. Dit heeft nog een paar weken bevestiging nodig. Zeg met een lage stem ‘nee’ als de pup te hard bijt en leidt hem daarna meteen af met een speeltje.
Onderzoeksdrang
Laat de pup vanaf het allereerste begin wennen aan zijn eigen speeltjes. Daar mag op gekauwd worden, dat mag vernield worden, maar de rest niet. Stuk gaan sommige dingen toch, want het loopt natuurlijk nooit volgens het boekje. Reken dat de pup niet aan.
Pups hebben vaak een gek halfuurtje. Net als je wilt gaan slapen, rent hij als een dolle rond en bijt in alles wat hij te pakken kan krijgen. Heel irritant, maar de pup vindt het geweldig. Hij daagt je uit, moet zijn energie kwijt en lijkt totaal onhandelbaar. Lach erom. De pup ziet de lol er ook van in. Spreek hem ‘vermanend’ toe als hij écht over de schreef gaat. Dit gedrag verdwijnt vanzelf. De pup wordt snel een jonge hond en zal dan steeds meer zijn rust vinden.
Troosten
Steun de pup als hij in normale dagelijkse situaties angstig gedrag vertoont, maar troost hem niet. Troosten zal zijn angst de volgende keer versterken. Dwing hem nooit als hij iets beslist niet wil! De pup zal bij een goede socialisatie uitgroeien tot een geestelijk stabiele hond. Terughoudend en voorzichtig, maar dat is het karakter van ons ras.
Honden worden niet als bedelaars geboren, maar gemaakt. Als de pup meegeniet bij het borrelhapje, tijdens de lunch of bij de avondmaaltijd, dan heb je in de kortste keren een aartsbedelaar in huis. En dat houdt hij zijn leven lang vol. Als je dat geen probleem vindt, is het natuurlijk prima. Het is aan jou.
Eigen karakter
Een goede fokker zal je vertellen welke pup welk karakter heeft. Afwachtend, ondernemend, meegaand… Vraag ernaar en observeer de pup. Het is belangrijk dat je zijn karakter goed leert kennen.
Socialisatie
De pup moet kennismaken met het geluid van de telefoon, de stofzuiger, de deurbel, spelende kinderen, auto’s, wielrenners, andere mensen, andere dieren etc. Laat hem ondervinden dat er geen gevaar schuilt in al deze zaken, maar de pup moet niet te veel prikkels krijgen. Dat werkt averechts. Gun hem rust. Elke dag iets “bijzonders” aanbieden is voldoende. De socialisatie houdt niet op na de puppytijd, maar gaat door tot de volwassen leeftijd.
Roedelleider
De pup moet ook leren dat de baas altijd en overal zijn roedelleider is. Dan pas zal hij zich geborgen weten en op zijn gemak voelen. Een roedelleider biedt zekerheid en veiligheid die voortkomen uit levenservaring. Door kalmte en evenwicht heeft de roedelleider elke situatie in de hand. Geef de pup dat vertrouwen in jou!
Ga beslist naar een puppycursus. Zit, af, blijf, en hier zijn de basiscommando’s die de pup spelenderwijs moet leren. Laat hem een lekker brokje zien en beweeg dit over zijn kopje naar achteren. Zeg ‘zit’ zodra hij aanstalten maakt te gaan zitten. Zeg vriendelijk ‘hier’ en haal de pup aan een lange lijn naar je toe. Als hij bij je is, geef je hem iets lekkers. Vaak herhalen. De pup zal tenslotte op het commando ‘hier’ vanzelf naar je toekomen.
Alleen zijn
Begin met oefenen zodra de pup in huis is. Bouw de oefeningen rustig op. Jij in de ene kamer, de pup in de andere. Elke dag een minuutje erbij. Sta niet toe dat de pup jou volgt. Doe hem in de bench als de pup daarin helemaal vertrouwd is en ga even naar buiten. Elke dag weer een minuutje erbij. Een webcam of smartphone is handig om te zien hoe hij reageert. Bij de ene pup gaat het makkelijker dan bij de ander. Zet door! Je hebt er later allebei veel gemak van! Gaat het niet? Begin weer van voren af aan. De aanhouder wint. Als de hond niet meer sloopt (en dat kan best even duren), is een bench niet meer nodig.
Handig als je even niet op je pup kunt letten, bijvoorbeeld met koken. Je weet dan dat hij niets stuk kan maken of op onderzoek uitgaat. Maar… de pup moet zich op z’n gemak voelen in de bench. Het ding mag geen gevangenis worden.
Rust
Zit de pup niet teveel op zijn nek. Geef hem rust. Het is niet nodig het opvoedingsboek tot in de puntjes uit te voeren. Ontspan, lach om zijn malle puppengedrag en neem het allemaal met een korreltje zout. Goed voor de pup, goed voor jou en helemaal goed voor jullie onderlinge verstandhouding! En… voor je het weet is de pup een volwassen Saarlooswolfhond en heerlijk rustig in huis.
Aanhankelijkheid
De pup zal een enorme binding en aanhankelijkheid met alle gezinsleden ontwikkelen. Tegenover onbekende personen zal hij vaak wat terughoudend zijn: een uiting van zijn natuurlijk instinct dat nog sterk in ons ras aanwezig is.
Vleugje natuur
Is de opvoeding (een beetje) goed gegaan? Dan wordt het een Saarlooswolfhond zoals we hem graag zien: in alle opzichten zichzelf, met een vleugje natuur, onafhankelijk en tegelijkertijd ongelooflijk aanhankelijk. Een maatje voor het leven.